In de wetenschappelijke literatuur blijkt verslaving, al dan niet aan middelen, geen eenduidig maar een nogal ongrijpbaar fenomeen te zijn. Dit heeft gevolgen voor hoe verslaving binnen de geestelijke gezondheidszorg wordt gezien én hoe adequate behandeling ervan kan plaatsvinden. artikel dat Frans Koopmans schreef voor Psyche en Geloof doet hij een voorstel voor het realiseren van een integrale benadering van het fenomeen verslaving. Frans Koopmans is stafmedewerker Identiteit en Onderzoek bij De Hoop.

Connotaties van verslaving

Verslaving, met name aan drugs en alcohol, wordt beschouwd als een van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen ter wereld. Het is een fenomeen met voornamelijk negatieve connotaties, zowel op micro-, meso- als macroniveau.

  • Op microniveau wordt het gezien als verstorend voor de lichamelijke en psychische gezondheid, in strijd met rationeel denken en nauw verbonden met een laag zelfbeeld, een laag probleemoplossend vermogen en een slechte hygiëne.
  • Op mesoniveau wordt verslaving gezien als belastend en vernielend voor de gezinscohesie en als onverenigbaar met een beroepsopleiding en het uitoefenen van een beroep.
  • Op macroniveau wordt het verslavingsfenomeen in verband gebracht met criminaliteit, overlast, drugssmokkel en bedreiging van de openbare orde.

Integraal perspectief

In de geestelijke gezondheidszorg is het de vraag hoe we professionele zorg kunnen bieden aan cliënten die lijden aan verslaving. Maar om een geschikte verslavingsbehandeling te kunnen bieden, moet je weten wat verslaving is. Verslaving kan worden benaderd als een psychiatrisch-medisch (neurobiologisch) probleem, maar ook als een sociaal, psychologisch, moreel of zelfs existentieel probleem. De huidige verslavingswetenschap, inclusief de verslavingszorg, wordt gehinderd door het feit dat er geen eensluidende visie lijkt te zijn op wat verslaving is, wat de etiologie ervan is en welke aanpak dan het meest geschikt is. Er lijkt behoefte te zijn aan een meer integraal perspectief op het ontstaan en de aard van verslaving, en vervolgens op hoe om te gaan met verslaving in de behandeling.

Vier niveau’s

In zijn artikel Addiction and addiction treatment. Time for a Normative View doet Frans Koopmans, stafmedewerker Identiteit en Onderzoek bij De Hoop ggz, een voorstel voor het realiseren van een dergelijke integrale benadering. Hij maakt daarbij gebruik van de zogenaamde normatieve praktijkbenadering. Deze benadering stelt dat waardegeladen aspecten niet secundair zijn, maar inherent en onontkoombaar deel uitmaken van het verschijnsel verslaving en van verslavingszorg. Er zijn volgens deze benadering, vier verschillende niveau’s van kijken naar verslaving:

  1. De gewone (‘naïeve’) ervaring van verslaving;
  2. Het niveau van de professionele (klinische) kijk op verslaving;
  3. Het niveau van de verslavingswetenschap;
  4. en het filosofische niveau van verslaving.

Normatieve benadering

Het stelt dat verslaving een meerlagig fenomeen is. Elke laag is verbonden met de andere en met de context. Hierbij komen (vaak impliciet) waardegebonden aspecten tot uitdrukking. Een dergelijke normatieve kijk op verslaving impliceert dat een puur objectieve, wetenschappelijke, evidence-based benadering van verslaving onvoldoende input geeft voor een adequate verslavingsbehandeling. Waar in de meeste hedendaagse verklaringsmodellen van verslaving existentiële (spirituele) noties een onderschatte rol spelen, suggereert Koopmans dat een benadering van verslaving en verslavingszorg gebaseerd op de normatieve praktijkbenadering dienstbaar zou kunnen zijn aan een meer omvattende, holistische kijk op verslaving(szorg).

Frans Koopmans (2023), Addiction and addiction treatment. Time for a Normative View? In: Psyche & Geloof 34/2, pp. 85-91

Dit artikel is geschreven voor de nieuwsbrief professionals, editie 7.

Meer weten over het werk van De Hoop of op de hoogte blijven van de ontwikkelingen in het werkveld?