Elke ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Maar ook als je kind een andere weg inslaat dan je als ouder graag zou zien, wil je er voor je kind zijn. Wat doe je als je het vermoeden hebt dat je kind drugs gebruikt? Sjacco van Iwaarden, verslavingsarts KNMG bij De Hoop, gaat in op die vraag.
“De belangrijkste en beste manier om te ontdekken of een kind drugs gebruikt, is door het gesprek aan te gaan,” zegt Van Iwaarden. Zijn tip aan ouders is om dit te doen vanuit een ‘open’ houding: informerend, belangstellend, zonder dreiging met straf en afwijzing. “Iedere ouder zal de reflex hebben om te denken: ‘mijn kind mag niet gebruiken’, ‘dit is fout’. Automatisch straal je in de communicatie naar je kind dan ook uit dat je afwijzend staat tegenover het gebruiken van drugs. Misschien dreig je ook wel met een consequentie als het kind niet stopt met het gebruiken van drugs.” Het klinkt logisch, maar is niet per se verstandig.
Volgens Van Iwaarden is het voor een kind moeilijk om toe te geven dat hij of zij drugs gebruikt. “Op het moment dat je als ouder open en belangstellend het gesprek in gaat en laat weten dat je je kind niet op voorhand afwijst, kan er een gesprek ontstaan over gebruik van drugs. Uiteraard kun je later in het gesprek ook de zorgen bespreken die je hebt over het drugsgebruik.”
“In de afgelopen jaren is drugsgebruik onder jongeren toegenomen.”
Signaleren
Er zijn verschillende signalen die kunnenwijzen op drugsgebruik. Van Iwaarden benoemt de vroege signalen: “Dat zijn bijvoorbeeld toename van negatieve gedachten, gevoelens en gedrag, maar ook lichamelijke klachten, vermoeidheid of ziekte. Vaak is er sprake van verminderd contact met vrienden, familie of kerk. Afspraken worden minder goed nagekomen.” Bij het signaleren van drugs gebruik bij jongeren kun je ook letten op andere uiterlijke effecten van drugs.“ Je kunt bijvoorbeeld denken aan verandering van pupilgrootte of rode ogen. Vaak zie je ook dat een jongere onrustig wordt, prikkelbaarder is, last heeft van stemmingswisselingen en dat zijn of haar eetpatroon verandert.” Als het gebruik langer duurt, komen er andere signalen. Van Iwaarden noemt er een aantal: “Er is meer sprake van boosheid, soms van echte woede-uitbarstingen. Andere dingen die kunnen gaan spelen, zijn huiselijk geweld en desinteresse. Vaak komt de tiener niet meer naar de kerk.”
Kaders stellen
Volgens Van Iwaarden is het belangrijkom het gesprek over middelengebruik op een geschikt moment te voeren, op een ontspannen moment. “In dat gesprek kun je ook kaders stellen. Gebruikt een kind nog maar pas of heel af en toe, dan is verbieden de beste oplossing. Gebruikt een kind regelmatiger, dan helpt verbieden niet meer, maar is het wel belangrijk om goede afspraken te maken. Bijvoorbeeld: niet gebruiken in huis, op tijd thuis zijn, je huiswerk maken.”
Toename gebruik
In de afgelopen jaren is drugsgebruik onder jongeren toegenomen. Van Iwaarden vertelt: “We weten dat uit de landelijke cijfers. Toch is in Nederland het aantal aanmeldingen voor hulp niet toegenomen. Sterker nog: door de coronatijd is het aantal eerder afgenomen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling. De weg naar passende hulp voor jongeren met verslaving wordt kennelijk mindersnel gevonden of de drempel is hoger geworden!”