Eén op de vijf mensen krijgt ooit in zijn leven te maken met depressie. Gemiddeld zullen dus in iedere schoolklas van 25 personen, vijf van hen zelf met een depressie te maken krijgen. En in ieder gezin van vijf personen één persoon. Waarom komt een depressie zo vaak voor? Waarom wordt de een depressief en de ander niet? Welke rol speelt de maatschappij hierin? Welke rol spelen je eigen gedachten hierin?

Wat heb je geleerd?

“Er is niet één ding wat maakt dat iemand depressief wordt”, vertelt Hannah Oexman. Zij is psycholoog bij De Hoop ggz in Houten. “Heel veel aspecten spelen mee in het wel of niet krijgen van een depressie. Je hebt bijvoorbeeld te maken met aanleg. Het is een feit dat de een er gevoeliger voor is dan de ander. Ook speelt mee wat voor een temperament je hebt. Maar daarnaast is ook een belangrijke vraag: wat heb je geleerd? Wat heb je geleerd van je ouders? Hoe was je schoolperiode? Hoe ben je gaan kijken naar de wereld, naar jezelf en naar de mensen om je heen?”

Verantwoordelijk voor je eigen geluk

“In de maatschappij van tegenwoordig gaat het veel om ‘kijken en vergelijken’. Op sociale media, zoals Facebook, Twitter, Instagram zien we vooral de positieve dingen. We zeggen er niet dat we niet lekker in ons vel zitten. We pronken wel met mooie foto’s van onze vakantie”, zegt Hannah. “We communiceren in onze maatschappij dat alle ingrediënten aanwezig zijn om je eigen geluk te creëren. En als je dat niet doet, ben je mislukt. Dat is een gedachtenpatroon wat een onbewuste norm is geworden in onze maatschappij. Dat is heftig. Dan ben je namelijk verantwoordelijk voor je eigen geluk. En dus ook voor je eigen ongeluk. Die boodschap komt op zoveel manieren impliciet of expliciet op ons af. Kijk bijvoorbeeld naar het schoolsysteem waarbij we nog steeds beoordeeld worden door middel van cijfers. Terwijl er zoveel meer is dan een geschiedenistoets wel of niet halen. Maar het is wel hetgeen waar je op beoordeeld wordt. Op die manier is er continu de vraag: hoe doe ik het? Hoe doet de ander het? Kijken en vergelijken.”

"Continu is er de vraag: hoe doe ik het? Hoe doet de ander het? We kijken en vergelijken."

De wereld is grijs

“Als ik naar mijn eigen leven kijk, dan zijn er ook periodes dat ik even niet zo lekker in mijn vel zit. Dat is niet meteen een depressie. Depressiviteit gaat over het grootste gedeelte van de dag. Het is  verweven met hoe je denkt en handelt. De wereld is grijs en je haalt er geen lol meer uit”, legt Hannah uit. Kun je een depressie voorkomen? “Dat is heel lastig, want op het moment dat je erachter komt dat iemand depressief is, is die vraag niet meer relevant. Een belangrijke factor is iemands denken. Dat is een grote sleutel om meer invloed te krijgen op wat je voelt, hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. Daar kun je controle op uitoefenen.”

Je brein als grasveld

“Of je nu wel of niet depressief bent: het is goed om je bewust te zijn van wat je denkt. Veel cliënten zeggen: ‘Het overkomt me. Ineens zit ik in een negatieve spiraal. Ineens is alles donker.’ Veel mensen hebben de indruk dat ze er niets aan kunnen doen; het ligt aan de omstandigheden. Maar daar heb je invloed op. Niet de omstandigheid bepaalt hoe jij je gaat voelen, maar hoe je kijkt naar die omstandigheden. Kijk maar naar je brein: als je heel lang op een bepaalde manier gedacht hebt, dan zijn die verbindingen, die neuronen, ook op een bepaalde manier geschakeld in je brein. Vergelijk het met een grasveld waar je lange tijd op een bepaalde manier overheen gelopen hebt. Na verloop van tijd ontstaat er een pad. Daar heb je invloed op. Je kunt een nieuw paadje maken. Het oude pad ligt er dan nog steeds, maar als je het nieuwe paadje neemt, groeit er vanzelf gras over het oude paadje dat je niet meer gebruikt.”

Eva en de slang

“Dat denken invloed heeft op hoe je je voelt, zie je ook in de Bijbel. Kijk bijvoorbeeld naar de zondeval. In Genesis 3 zegt de slang tegen Eva dat de boom wel mooi is en belooft hij veel goeds als je ervan eet. Vervolgens lees je in de Bijbel dat Eva naar de boom keek en zag dat hij goed was; een lust voor het oog. Daarvoor zag ze het niet op die manier. Na het gesprek met de slag wel. Er is iets veranderd in haar gedachtenpatroon. We weten wat ze vervolgens ging doen en hoe ze zich daardoor voelde. Dat is een van de eerste voorbeelden in de Bijbel dat hoe je ergens over denkt bepaalt hoe je er naar kijkt en wat je gaat doen.”

"Of je nu wel of niet depressief bent: het is goed om je bewust te zijn van wat je denkt."

Overwinning

“In mijn werk mag ik cliënten bewust maken van wat ze denken. Ik ga met ze op zoek: wat helpt jou om anders te kunnen gaan denken? Om dingen anders te gaan doen? Hoe kan iemand ook maar weer een beetje invloed krijgen op wat hij denkt en hoe hij zich gedraagt? Sommige mensen met een depressie liggen heel veel in bed. Dan kan een eerste stap zijn dat ze niet om 13.00 uur het bed uit komen, maar om 11.00 uur ’s ochtends. Dat is heel praktisch en kan als overwinning voelen.”

Een nieuwe grasmat

“Iemand die depressief is kun je zeggen dat er hoop is. Dat er mogelijkheden zijn om hier weer anders mee om te gaan. Maar het is trainen en hard werken om van een depressie af te komen. Het is heel belangrijk dat je iemand kunt opzoeken in je omgeving die je vertrouwt en waarmee je over je depressieve gedachten kunt praten. Ga samen zoeken naar wat helpt om van de negatieve grasmat af te komen en een nieuwe weg te maken.”

Meer lezen over depressie