Wat we eigenlijk allemaal al wel verwachtten, hoorden we op dinsdag 12 januari werkelijkheid worden: de lockdown wordt verlengd met minimaal drie weken. Nóg langer beperkende maatregelen. Vooral voor de combinatie thuiswerken met thuislerende kinderen is de laatste tijd veel aandacht. Onderzoekers en belangenorganisaties trekken aan de bel: ouders raken opgebrand en zijn soms zelfs wanhopig.
Hoe ervaren kinderen deze, ook voor hen bizarre en onzekere, tijd? En welke simpele tips zijn er voor ouders te bedenken om het een beetje leuk te houden thuis? We gingen in gesprek met een aantal kinderen en Marlies, orthopedagoog bij De Hoop ggz.
“De tweede lockdown is beter dan de eerste”, begint Micha (9). “Toen kreeg ik geen online les en moest ik samen met papa en mama alles zelf uitzoeken. Én ik mocht toen ook een tijd niet voetballen; daar baalde ik echt van!” “Ja! Dat was echt niet chill”, reageert Stef (13). “De lessen zijn bij mij wat serieuzer en langer nu.” Thijs (13): “Ja, klopt. We moeten nu ook toetsen doen met onze camera aan en zo.”
- Tip | Ieder z’n eigen rustmomentjes
Zowel Stef als Micha geven aan dat ze het voetballen misten tijdens de eerste lockdown. Sporten is een vorm van ontspanning en geeft ontlading. Dat is belangrijk voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Creëer daarom rust- en ontspanningsmomenten voor ieder gezinslid.
“Wij misten onze vriendinnetjes”, vertelt Joëlle (7). “Misten?! Nog steeds hoor!”, valt haar zusje Annelore (7) haar bij. De twee zusjes spelen iedere dag buiten met kinderen uit de buurt, maar dat is toch anders dan met of bij klasgenootjes spelen. Joëlle: “Gelukkig zien we ze nu wel iedere dag. We moeten bellen via Teams”. Annelore: “Ja! Dat is leuk!”, en dan wat sip, “maar ik mis de juf en meester ook zó erg!”
- Tip | Praat met elkaar én met anderen
Het is goed om te praten met de mensen waarmee je in huis woont. Je beleeft tenslotte samen deze lockdown. Maar het is ook gezond om eens te praten met mensen buiten je gezin. Bel eens een vriend of vriendin om even van je af te praten. Laat kinderen (video)bellen met opa en/of oma. Of met vriendjes/vriendinnetjes. Oudere kinderen kunnen zelf wat afspreken en even naar buiten met hun vrienden.
“Ik mis de juf ook!”, zegt Jefta (10). “Maar dat komt ook omdat papa en mama geen echte meester en juf zijn. Ze doen echt hun best, maar ze leggen het gewoon anders uit. Mama is gewoon géén juf”. Sterre (10) herkent dat wel en valt Jefta bij: “Wat ik ook lastig vindt is dat mama wel thuis is, maar niet altijd tijd heeft voor mij omdat ze zit te vergaderen en moet werken. Ik vraag iedere dag aan mama of ze werkt of vrij is. Als ze vrij is, kunnen we lekker samen mijn schoolwerk maken, dat vind ik het gezelligst. Lisa (10): “Bij mij kan dat sowieso niet; mijn moeder heeft een vitaal beroep en werkt iedere dag. Ik ga dus gewoon naar school.”
- Tip| Doe eens iets onverwachts
Met z’n allen thuis kan gaan voelen als een sleur. Om die sleur te doorbreken, en de stemming positief te beïnvloeden, kun je iets onverwachts doen. Stap even de deur uit en ga een stukje wandelen. Bak pannenkoeken. Het hoeft niet groot te zijn; het maar even anders dan anders is.
“Soms ben ik wel bang dat mijn opa of oma ziek wordt”, eindigt Thijs. Door iedereen wordt instemmend geknikt. “Ik ben ook wel bang voor die nieuwe variant”, vult Stef aan. Micha: “…en ik voor die vaccinatie. Die is zo snel ontwikkeld. Hoe weten ze nou zeker dat die veilig is?” “Inderdaad! Ik zou hem niet nemen”, valt zijn broertje Jefta hem bij. “Ik slaap minder goed”, zegt Sterre zacht. “Dan vraag ik mama of papa of ze nog even boven willen blijven.
“Het is een intensieve, spannende en bizarre periode voor iedereen”, reageert Marlies, orthopedagoog bij De Hoop ggz. “Ik hoop dat ouders vooral beseffen dat het allemaal niet perfect hoeft te zijn. Zeker in een periode als nu is het helemaal niet gek als er sprake is van korte lontjes. Er mag ook ruimte zijn voor angst, zoals de kinderen net eerlijk vertellen. Belangrijkste is dat je elkaar de ruimte geeft voor die gevoelens. Dat je er met elkaar over praat. En dat je probeert de moed erin te houden.”
'Probeer niet te focussen op wat fout gaat, maar op wat goed gaat.'
Heeft Marlies ook nog een tip op dat gebied? “Jazeker”, reageert ze. Tegen ouders wil ik zeggen: probeer niet te focussen op wat fout gaat, maar op wat goed gaat. Als je dat lastig vindt, dan kun je een complimentendoos maken. Je kiest per dag één iemand uit waar complimentjes over geschreven mogen worden. Die gaan vervolgens in een schoenendoos. Tijdens het avondeten mag degene wiens dag het is, de doos openen en zijn/haar complimentjes voorlezen. Dat maakt dat de situatie waar we nu in zitten heel even vergeten wordt. Succes gegarandeerd!”