Tien procent van de Nederlanders heeft te maken met een eetstoornis. Het komt niet alleen voor bij jonge meiden, maar ook bij jongens en ouderen. Volgens Annelies van Pelt, kinder- en jeugdpsycholoog bij De Hoop ggz, gaat een eetstoornis verder dan weinig eten. “Ook psychologische factoren spelen mee, dat het figuur en gewicht onrealistisch wordt beleefd.”
Kenmerken van een eetstoornis zijn onder andere het stellen van een onrealistisch streefgewicht, het gevoel ontzettend dik te zijn en een fobie om aan te komen. Volgens Van Pelt kan het dwangmatige en extreme vormen aannemen, zoals het bijhouden van calorielijsten, laxeren en braken.
Hoe moet je omgaan met een eetstoornis? Veel tieners houden zich bezig met hun gewicht. Het is een teken dat het niet goed gaat, als het kind heel extreem op het gewicht let, eten weggooit of angst heeft voor eten.
Annelies van Pelt geeft enkele tips hoe je kunt omgaan met een eetstoornis:
- Praat er over met je kind, al vanaf jonge leeftijd. Bijvoorbeeld als je langs een bushokje fietst waar een poster hangt met een dunne vrouw.
- Integreer eetmoment in het gezinsleven, zoals het ’s ochtends samen ontbijten en ’s avonds samen eten. Maak er een relaxed moment van.
- Als je problemen ontdekt bij je kind, benader hem of haar dan individueel. Reageer niet te krampachtig en ga er niet teveel bovenop zitten.
- Geef als ouder het goede voorbeeld in eet- en beweeggedrag. Als je als moeder veel klaagt over je gewicht, dan geef je daarmee een signaal af naar je kinderen.
Dit artikel verscheen eerder bij Groot Nieuws Radio.