‘Als ik goed naar je luister, zeg je dat de klachten waarvoor je kwam grotendeels zijn verdwenen. Klopt dat?’ Mijn collega kijkt belangstellend naar de man tegenover hem. We voeren een evaluatiegesprek van de behandeling waarin we nu zo’n twee jaar samen aan het werk zijn. Ik voel mijn maag samenknijpen. Ik ken mijn cliënt zo goed, dat ik bijna kan horen wat hij denkt. ‘Nou ja… dat klopt wel’, begint hij aarzelend, ‘maar ik heb nog niet het gevoel dat ik klaar ben.’ De spanning is van zijn gezicht af te lezen. Gaan ze nu zeggen dat de behandeling wordt afgerond? Word ik weggestuurd? Het is vaak een beladen onderwerp: het afsluiten van de behandeling. Wanneer is het zover? En wie bepaalt dat?

'Ik ken mijn cliënt zo goed, dat ik bijna kan horen wat hij denkt.'

In de stilte van de behandelkamer klinken allerlei stemmen over dit onderwerp. Het theorieboek zegt: ‘De behandeling is klaar als de doelen van het behandelplan bereikt zijn.’ De academicus noemt: ‘De meeste behandelingen van type X beslaan ongeveer 12/25/50/75 sessies.’ De financier voegt eraan toe: ‘Bij zorgzwaarte of diagnose X vergoeden wij een behandeling tot aan € …,-‘. En een politieke sleutelfiguur: ‘Gezien de overconsumptie van de GGZ moeten behandelingen zodra het kan worden afgerond en overgedragen naar de praktijkondersteuner.’ De manager sluit af: ‘Onze wachtlijsten zijn te lang, welke behandelingen kunnen we afronden, zodat we nieuwe cliënten kunnen helpen?’

Natuurlijk hoor ik deze stemmen ook in mijn achterhoofd. Maar wat zegt de stem van mijn eigen professionele hart? Ik hoop dat mijn cliënt ziet dat hij zich prachtig heeft ontwikkeld en niet van mij afhankelijk is. Ik gun hem dat hij na tientallen jaren zichzelf wegcijferen in staat is om op zijn eigen tijd te voelen en zeggen: het is goed, ik kan het zelf. Ik wil zijn grenzen niet overschrijden, maar weet ook dat de angst die afronden vaak oproept niet de beste raadgever is.

'Ik wil zijn grenzen niet overschrijden, maar weet ook dat de angst die afronden vaak oproept niet de beste raadgever is.'

Mijn collega, cliënt en ik vervolgen ons gesprek. We staan stil bij zijn gevoel nog niet klaar te zijn. Welke onderwerpen moeten nog aan bod komen? Ik spreek mijn vertrouwen in hem uit en we beslissen samen: de behandeling gaat de laatste fase in en de komende tijd zullen we stilstaan bij het thema ‘afscheid nemen’. Ben je daar ooit klaar voor? Vier maanden later zegt hij toch: ‘Ik vind het spannend, maar ik denk wel dat ik er nu klaar voor ben.’

Annelies Peekstok – van Pelt
GZ-psycholoog bij De Hoop

De column verscheen op 17 juni 2023 in het Nederlands Dagblad.