We noemen hem even Meneer Zere Kies. Omdat hij door zijn slechte gezondheid niet zelfstandig naar de tandarts kan gaan, wordt hij gereden door een medebewoner, Meneer Chauffeur. En niet door een medewerker.

Bewoners en medewerkers van de afdeling Beschermd Wonen kennen elkaar (én hun gebruiksaanwijzing) vaak al jaren. En dat maakt deze afdeling wat mij betreft -en geheel objectief uiteraard- tot de gezelligste afdeling van De Hoop. Er wordt meegeleefd met elkaar en het is net zo vanzelfsprekend dat bewoners elkaar steunen als dat zij hulp ontvangen van medewerkers.

Dat gaat een beetje in tegen mijn hulpverlenersreflex. Maar in de manier waarop wij werken, willen we ook mensen de ruimte geven om weer op een gewone manier hun dagelijkse problemen op te lossen. Deze actie zorgt daarom voor drie keer winst: Meneer Zere Kies lost zijn probleem op zonder professionele hulp, Meneer Chauffeur kan iets betekenen voor zijn zieke buurman en ik… Ik leer om ‘op mijn handen te zitten’, zoals dat zo mooi heet.

En dus stappen de twee bewoners gebroederlijk in het knusse autootje van Meneer Chauffeur. Ik blijf achter op de afdeling om medicatie te verstrekken en aanspreekbaar te zijn voor de andere bewoners. Kan ik toch nog helpen.

"We willen mensen de ruimte geven om weer op een gewone manier hun dagelijkse problemen op te lossen"

Een dik uur later hoor ik de deur in de gang met een zwiep opengaan. Meneer Chauffeur en Meneer Zere Kies stommelen in een heftige woordenwisseling de gang op. Ze kibbelen nog wat, waarop laatstgenoemde verontwaardigd iets onverstaanbaars bromt en richting zijn woning beent.

Nog geen twintig seconden later gaat de afdelingstelefoon. Meneer Chauffeur. Hulpverlenersreflex is aan. “Het ging niet zo lekker, hè?” zeg ik, voorsorterend op een sussend driegesprekje vol ik-boodschappen en wederzijds begrip. “O nee, daar belde ik eigenlijk niet voor”, klinkt het lachend aan de andere kant van de lijn. “Nee, Meneer Zere Kies en ik geven veel om elkaar, dan knalt het soms even, maar dat komt straks wel weer goed…”

Ik ken beiden. Het is zo. Ik ga maar weer op mijn handen zitten, en vraag wat ik dan voor hem kan betekenen.


Wouter Seinen, woonbegeleider Beschermd Wonen bij De Hoop ggz.
(Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad op 27 januari 2018)