‘Hé anoniem! Wie ben jij?’, schalt het op joviale en nieuwsgierige toon door de gang van onze kliniek voor kinder- en jeugdpsychiatrie, enkele seconden nadat er een telefoon is afgegaan. Het is een zonnige dinsdagmiddag en met een groep collega’s nemen we een korte pauze tijdens een vergadering. Schaterlachend geniet ik van het moment en bedenk ik me hoe de persoon aan de andere kant van de lijn deze spontane begroeting zal beleven. Het zal je overkomen!
Behalve dat het een grappig moment is, zet de opmerking me ook aan het denken. Hé anoniem, wie ben jij? Strikt genomen is het een kernachtige samenvatting van wie ik wil zijn als mens en als hulpverlener. Vaak hoor ik in de verhalen van de jongeren in mijn spreekkamer dat ze ten diepste juist daar behoefte aan hebben. Gezien worden, begroet worden met een open en nieuwsgierige houding, zonder oordeel. Ook wanneer ze voor hun gevoel niets bijzonders te melden hebben.
"De momenten dat het lukt om écht verbinding te hebben, zijn goud."
Soms vergeet ik dat en heb ik onvoldoende geduld, sta ik te snel met oplossingen klaar of denk ik al te weten wie de ander is en wat hij gaat vertellen. Maar de momenten dat het lukt om écht verbinding te hebben, zijn goud. Het meisje dat met schaamrood op haar kaken vertelt over seksueel misbruik en na verloop van tijd weer oogcontact durft te maken. De stoere jongen die na een serie grote verhalen in huilen uitbarst vanwege de pijn die hij zijn ouders heeft gedaan. De ouders die na maanden van worstelen en frustratie durven op te biechten dat ze het gevoel hebben dat ze er een potje van maken.
Hé anoniem, wie ben jij? Mag ik je leren kennen en een stukje met je oplopen? Het is het mooiste onderdeel van mijn vak, als je het mij vraagt. Soms gebeuren er dan onverwachtse dingen, zoals die keer dat een meisje mij op haar beurt vroeg wie ik dan was: ‘Mevrouw, naar welke kerk gaat u? En is dat dan hoger of lager gereformeerd?’ De schaterlach heb ik die keer wijselijk ingehouden. Wat een heerlijk vak!
Annelies van Pelt, kinder- en jeugdpsycholoog bij De Hoop ggz.
(Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad op 28 april 2018)