Ik ontmoet Bert. Wij spreken elkaar omdat hij somber is. Hij voelt zich eenzaam. Niet dat hij geen mensen om zich heen heeft. Zeker hij was tot een jaar geleden actief in zijn gemeente. Sprak veel mensen en maakte op anderen vaak een vrolijke, opgeruimde indruk.
Toen kwam zijn ontslag. Hij voelde zich verraden door zijn werkgever waarvoor hij zich jaren had ingezet en waarvan hij dacht dat deze hem waardeerde. Zijn werk gaf hem zin, hij dacht daar gezien te worden.
Over dat laatste gaat het veel in de behandeling. Wat geeft jou als mens betekenis, wat zijn je intenties? Ben je iemand door het werk wat je doet? Omdat je een mooi huis hebt? Wat geeft je leven zin, betekenis?
Bert werd gezien als een man met een depressie, een stemmingsstoornis. Het gemiddelde antwoord van een zorginstelling op een depressie is een kortdurende protocollaire behandeling en pillen, die vaak niet werken. Ik vind daar lastig aan dat, evenals bij de behandeling van veel andere als psychisch of psychiatrisch geduide problemen, pillen en protocollen de ontmoeting met de ander in de weg kunnen staan. Terwijl het zeker bij depressies vaak gaat om het feit dat iemand in een sociaal of existentieel isolement is terechtgekomen. Afstemming op, verbondenheid met de a(A)nder is verloren gegaan.
"Over dat laatste gaat het veel in de behandeling: wat geeft jou als mens betekenis?"
Ik pleit ervoor dat in hulpverleningsgesprekken het protocol niet in komt te staan tussen de hulpvrager en hulpverlener. Zodat er onderling verbondenheid kan ontstaan. Dat is helend. Als er geen verbondenheid is dan zijn twee mensen in eenzaamheid (wellicht) hard aan het werk. Dat kan niet de bedoeling zijn van therapie waarin de één de ander ontmoet.
In het werk bij De Hoop is het prachtig dat we in verbondenheid met God ons werk mogen doen. Dat is de inspiratiebron voor het werken met de ander in onze werkkamer. Alleen dan kan hulp leiden tot leniging van existentiële nood die aan zoveel psychische moeilijkheden mee ten grondslag ligt.
Harrie Fokkens, psychotherapeut polikliniek De Hoop ggz
(Deze column verscheen in het Nederlands Dagblad op 24 november 2018)