In een recent artikel in het interdisciplinair tijdschrift over religies en theologie Religions betoogt auteur Hanneke Schaap-Jonker dat klinische godsdienstpsychologie de mentale gezondheid en de geestelijke gezondheidszorg kan ondersteunen.  

Schaap-Jonker – in het dagelijkse leven hoogleraar godsdienstpsychologie aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam en tevens rector van het Kennisinstituut Christelijk GGZ (onderdeel van christelijke ggz-instellingen Eleos en De Hoop) – bepleit in haar artikel dat wetenschappers, behandelaren en beleidsmakers meer aandacht zullen krijgen voor een zogenaamde ‘ecologisch-existentiële benadering’ van geestelijke gezondheid. In zo’n benadering worden de interacties tussen persoon en omgeving benadrukt, maar met een nadruk op de existentiële dimensie van deze interacties. 

In de geestelijke gezondheidszorg dringt zich meer en meer het bewustzijn op van het interactionele karakter van mentale gezondheidsproblemen. Te lang is onvoldoende rekening gehouden met de meervoudige interacties en multidimensionale netwerken waarin mensen betrokken zijn. Mentaal welzijn en mentale gezondheidsproblemen, stelt Schaap-Jonker, worden bepaald door een complex samenspel van individuele, sociale en structurele spanningen en kwetsbaarheden. Dat varieert van intrapersoonlijke en interpersoonlijke interacties tot interacties met de samenleving, economische systemen en cultuur. De auteur pleit voor een ecologisch-existentiële visie op geestelijke gezondheid, die interacties en interactionele patronen expliciet integreert met de meervoudige dimensies en vormen van religie en spiritualiteit. Zo’n visie doet volgens haar veel beter recht aan de verschillende niveaus van interacties en probleembehoudende interactiepatronen en zal tevens meer bijdragen aan de veerkracht van individuen, groepen en gemeenschappen. 

Het rekening houden met en adresseren van de existentiële dimensie van mentale problematiek kan niet gemist worden. Schaap-Jonker schrijft: “We verhouden ons niet alleen tot anderen en de omringende wereld, maar ook tot onszelf en tot het existentiële of spirituele domein, of zelfs tot God (dat wil zeggen tot onze voorstellingen van God of het goddelijke).” De door haar voorgestane ecologisch-existentiële visie op geestelijke gezondheid onderscheidt zich van het zogenaamde biopsychosociaalspirituele (BPSS) model: waar de laatste verschillende niveaus van functioneren onderscheidt, gaat de eerste uit van een één-persoon-wereld-netwerk complex, met nadruk op dynamische interacties daarbinnen. Ofwel: interactieve patronen zijn op fysiek, psychologisch, sociaal en cultureel niveau dynamisch met elkaar verbonden zijn, maar óók op existentieel niveau; religie en spiritualiteit vormen dan geen onafhankelijke factoren, maar werken in op de psychologische, sociale, politieke en culturele factoren die actief zijn in het netwerk van interacties.

De ecologisch-existentiële visie op geestelijke gezondheid stelt de geestelijke gezondheidszorg in staat te profiteren van de bijdragen van religie en spiritualiteit aan volharding, veerkracht en transformatie.

Herstel op existentieel niveau kan klinisch, sociaal en functioneel herstel vergemakkelijken. Aspecten van religie en spiritualiteit kunnen fungeren als bronnen van betekenis, waarden, steun en hoop. De ecologisch-existentiële visie op geestelijke gezondheid stelt de geestelijke gezondheidszorg in staat, zo blijkt ook uit empirisch onderzoek, te profiteren van de bijdragen van religie en spiritualiteit aan volharding, veerkracht en transformatie. De klinische godsdienstpsychologie kan daarbij een brugfunctie vervullen tussen de psychiatrie en klinische psychologie enerzijds en geestelijke verzorging anderzijds.

Om de toegevoegde waarde van de door haar voorgestane ecologisch-existentiële benadering aan te tonen, bespreekt Schaap-Jonker in haar artikel schaamte als illustratieve casus. Schaamte blijkt gerelateerd aan verschillende vormen van psychopathologie. Gezien het verband met diverse geestelijke gezondheidsproblemen mag schaamte als existentieel gevoel dan ook niet over het hoofd worden gezien of worden verwaarloosd, stelt de auteur, maar moet zij serieus worden genomen in verband met de geestelijke gezondheid, de geestelijke gezondheidszorg en ook de publieke volksgezondheid. 

N.a.v. Schaap-Jonker, Hanneke. 2022. How Clinical Psychology of Religion Can Support Mental Health: An Ecological–Existential View, Illustrated by the Case of Shame. Religions 13: 1009. https://doi.org/10.3390/rel13111009

Terug naar het overzicht van alle artikelen uit de nieuwsbrief voor professionals