Al vijftien jaar zijn mensen die langdurig te kampen hebben met complexe verslavingsproblematiek welkom bij Crosspoint. Crosspoint biedt als detox- en motivatiecentrum de eerste opvang, de behandeling tijdens de detoxificatie (letterlijk: de ontgifting van de verslaving) en motivatie tot verdere behandeling. De vraag naar deze zorg is groot. Daarom is de afdeling de afgelopen jaren ook gegroeid, waar andere vormen van verslavingszorg juist moesten krimpen. Gelukkig zijn er ook veel ‘Verhalen van Hoop’ ontstaan bij Crosspoint, van mensen die zo op weg mochten naar een nieuw leven.Maar ook als succesvolle behandeling (nog) te hoog gegrepen is voor de vaak langdurig verslaafde mensen, wil Crosspoint er voor hen zijn. Crosspoint richt zich daarom met name op het bouwen van verbinding met de verslaafde mens, wat het beginpunt en de rode draad is in de missie van De Hoop.
Johan Wiersma is sinds vijf jaar teamleider van de jubilerende afdeling Crosspoint van De Hoop. Met passie en bewogenheid vertelt hij over het werk van hem en zijn team. Johan: “Bij sommige ernstig verslaafde mensen is soms voor dit moment het hoogst haalbare doel om op korte termijn de negatieve gevolgen van hun verslaving te bestrijden. Het belangrijkste dat we hen dan hier willen geven is liefde. Dat ze weten dat ze één van ons zijn.”
Verbinding aangaan
Johan: “Er hangt veel veroordeling rondom het begrip ‘verslaving’. Als verslaafde word je vaak gezien en bestempeld als lastig, duur en gevaarlijk; je wordt uitgekotst door de maatschappij. Bij Crosspoint willen we ons ervoor inzetten de ‘verslaafde’ zich vooral weer ‘mens’ te laten voelen, primair door zelf een medemens voor hem te willen zijn. Dat vraagt van ons dat we vermijden om ons als betweters richting de verslaafde mens op te stellen, alsof wij de wijsheid in pacht hebben om zulke grote en complexe problemen eenvoudig op te kunnen lossen. Nee: we willen vooral eerst de verbinding aangaan, hen aanzien zoals God ook ons aanziet vanuit liefde, vanuit de onvoorwaardelijke grondhouding: Je bent niet minder of slechter omdat je verslaafd bent. We willen helper zijn voor wie geen helper heeft. Mensen hoeven niet eerst te veranderen voordat we ze ‘goed genoeg’ vinden. We willen mensen accepteren zoals ze zijn en daarbij over onze eigen schaduw heen stappen. Het mooie is dat als je je zo opstelt, de kans op verandering bij die ander juist groter maakt.”
'Het doet pijn, dus het moet stoppen'
“Laten we maar eerlijk zijn: iedere hulpverlener heeft ook zo zijn egoïstische motieven om hulp te willen verlenen. We reageren al snel vanuit: ‘Het doet niet alleen die ander, maar ook mij pijn dat die ander pijn heeft, dus het moet gauw stoppen’. Maar gras groeit niet door het uit alle macht uit de grond proberen te trekken. Het heeft zon nodig, beschutting, water; er moet wat geschoffeld worden. De verslaafde mens die bij ons komt, heeft het nodig dat wij bereid zijn om zijn tempo te volgen, dat we bereid zijn mee te bewegen met hem. Eerst verbinding en dan mogelijk verandering. Als we teveel pushen op behandeling, voelt de cliënt zich snel opnieuw afgewezen als hij de bepaalde stappen niet of nog niet kan zetten. We willen graag zijn zoals de vier mannen die hun vriend bij Jezus brengen. Ze weten nog niet of hij zal genezen, maar dragen hem intussen wel met verwachting. Wij als team hanteren dus zeker niet het motto ‘Kom, ga met ons en doe als wij’. Wij willen ons juist naar de cliënt voegen, hem laten weten dat hij er toe doet voor ons. Daardoor ontstaat wederkerigheid en verbinding.”
Alsof het een vriend is
Deze manier van werken en om cliënten heen staan die Crosspoint beoogt, is geïnspireerd vanuit de Presentiebenadering. Johan: “Andries Baart, de grondlegger van deze theorie zei eens dat een hulpvrager de gegeven zorg pas echt als goed en weldadig ervaart wanneer hij het contact met de hulpverlener ervaart ‘alsof het een vriend is’. Er is natuurlijk wel onderscheid met echte vriendschap, maar het gaat ook bij goede zorg om oprechte interesse, je inspannen voor die ander, het goede voor die ander willen doen en óók die ander, als een ware vriend, aanspreken op z’n gedrag. Het mooie neveneffect is dat we bij Crosspoint steeds minder agressie en action out tegenkomen. Er is minder weerstand omdat wij niet pushen en omdat er een relatie is, we ‘iets met elkaar hebben’. Doordat iemand zich niet afgewezen voelt als persoon, is er ook minder schaamte om zich na een eventuele terugval opnieuw bij ons aan te melden voor hulp.”
Ik wil elke cliënt laten merken: ‘Dit is wie jij bent en ik heb je lief zoals je bent. Ik sta naast je’.
Probleem oplossen
Werken vanuit de Presentietheorie is bepaald niet eenvoudig. Johan: “Na een trainingsdag over Presentie dacht ik: ‘Ik kap ermee!’ Weet je, eigenlijk kan ik het niet aanzien dat mensen zulke grote problemen hebben. Mijn eerste neiging is dat het probleem wil oplossen, want dan is het weg. Maar het lijden is er nu eenmaal in deze wereld. God vraagt van ons om het in de ogen te kijken, om het aan te gaan, er met die ander verdriet over te hebben. Dat heeft meer waarde dan dat ik het ontken of dat ik denk al het lijden te kunnen stoppen. Tegelijk betekent dat absoluut niet dat ik het lijden passief accepteer of me er bij neer leg. Ik wil naast de cliënt staan, hem niet verlaten en het samen vieren wanneer hij kleine stappen zet. Ondertussen verwacht ik voortdurend het wonder van genezing en bid daarom. Maar zolang die genezing er (nog) niet is, wil ik elke cliënt laten merken: ‘Dit is wie jij bent en ik heb je lief zoals je bent. Ik sta naast je’. Tegelijkertijd ben ik dankbaar dat we regelmatig ook getuige mogen zijn van de wonderen dat God doet bij onze gasten.”
Herkenbaar
“Het proces van een verslaafde mens is voor ieder mens en ook voor mij zo herkenbaar. Ik wil God dienen, maar ik doe telkens weer dingen die niet passen bij een leven zoals God het bedoeld heeft. Maar dan mag ik telkens weer beseffen dat God mij ziet als Zijn geliefde kind. Ik heb weliswaar weer een misstap begaan in Gods ogen en het is niet zo dat Hij alles goed vindt, maar Hij rekent me er niet op af. Ik mag telkens weer terugkomen bij Hem en daarin vind ik mijn vreugde. Dat geeft me moed en hoop en maakt dat ik van daaruit met Gods Geest stappen mag maken.”
Meebewegen
Hoe ver ga je dan mee met een cliënt? Is er ook een grens aan het ‘meebewegen’? Johan: “Het is niet zo dat je als medewerker je eigen principes overboord zet. Het gaat er meer om dat je bereid bent om mee te bewegen als een cliënt aangeeft dat een bepaalde stap het maximaal haalbare is voor hem. Natuurlijk neig ik er als mens en als hulpverlener wel naar om daarover telkens een oordeel te hebben, om te denken dat ik weet wat goed is voor die ander. De opgave voor mij is om te erkennen dat ik wel een idee heb wat goed is voor die ander, maar dat ik niet moet pretenderen dat mijn mening boven die van de ander staat. Het is dus nodig dat ik mijn ideeën uitwissel met de cliënt en hem niet mijn wil opleg. Ik moet meer als gids fungeren dan als expert. Je bent geen goede gids als je te hard loopt, want dan kan de groep je niet volgen. Dat betekent dat je soms op je handen moet zitten, heel veel geduld moet hebben en tegelijk alert moet zijn op momenten die zich voordoen waarop je kan inhaken. En die processen duren lang en zijn vaak grillig. Maar opgeven is voor mij geen optie.”