Het verhaal van Anna
Accepteer de cookies om deze video te kunnen bekijken. Lees ons cookiebeleid.
Sinds haar stage in 2019 voelt Anna zich thuis bij De Hoop. Wat begon als een leerplek tijdens haar studie Social Work, groeide uit tot een reis van persoonlijke ontwikkeling én betrokkenheid bij cliënten die door diepe dalen gaan. Ze ontdekte hoe krachtig hoop kan zijn wanneer iemand vastloopt. Inmiddels werkt Anna vijf jaar bij De Hoop en heeft ze onlangs een nieuwe stap gezet binnen de organisatie: manager van een Huis van Hoop in Dordrecht. Haar hoop? “Dat je weet dat er altijd Iemand met je meegaat.”
Hoop in het diepste dal
In haar werk ontmoet Anna mensen die het niet meer alleen redden en vastlopen in het leven. Zij komen daar voor een kortdurende opname van drie maanden. Dit kan gaan om verslaving, maar ook allerlei andere kwesties. Deze cliënten zijn vaak op hun diepste punt. “Op dat moment mogen wij er zijn”, vertelt Anna. “Het zijn juist de kleine dingen die het verschil maken: een wandeling, een luisterend oor, of een lied dat onverwacht rust brengt. Dan zie je iemand langzaam weer perspectief vinden.”
"Cliënten zeggen vaak: hier bij jullie word ik echt als persoon gezien, terwijl ik ergens anders meer een nummer was."
De mens achter het probleem
Wat Anna raakt, is dat een verslaving of psychische worsteling iedereen kan overkomen. “Het kan een zakenman zijn, iemand die met pensioen is, of een jongere. Het beeld van ‘junk op straat’ klopt niet”, zegt ze. Voor haar is ieder verhaal uniek, en staat de mens achter het probleem centraal.
Ze heeft geleerd dat respectvol naast iemand staan en luisteren zonder oordeel deuren opent. In haar werk ziet ze steeds weer hoe vertrouwen groeit als cliënten ervaren dat ze als mens gezien worden, niet als probleem.
"Naast de behandeling hoop ik dat cliënten hier rust, liefde en aandacht ervaren."
Hoop is ook liefde en rust
Naast behandelingen en begeleiding is er iets anders dat onmisbaar is: warmte en aandacht. Anna ziet hoe cliënten opbloeien wanneer ze ervaren dat ze gezien worden en geliefd zijn. Voor haar is hoop niet alleen vooruitgang of herstel, maar
ook Hoop met een hoofdletter H: het vertrouwen dat God nieuwe moed en rust kan geven.
“Als je het zelf niet meer weet, dan mag je weten dat er Iemand met je meegaat”, vertelt ze. Dat geeft nieuwe moed. Voor Anna gaat hoop daarom altijd verder dan een behandelplan. “Het is een diepere zekerheid die mensen draagt, juist als hun situatie zwaar is.”
Een generatie zonder ballast
Wanneer Anna vooruit kijkt, droomt ze niet alleen van herstel voor de huidige cliënten, maar ook van verandering voor de volgende generatie. “De meeste cliënten hebben zelf kinderen. Door de situatie van de ouders kunnen zij opgroeien in een ongezonde omgeving.” Het risico is dat kinderen met dezelfde pijn en worstelingen opgroeien, als ouders de patronen niet doorbreken. “Dan heb je over dertig jaar misschien twee keer zoveel klinieken nodig.”
Haar hoop is daarom dat de problematiek bij de ouders stopt. Dat zij leren omgaan met emoties, en dat de kinderen niet dezelfde weg hoeven te gaan als hun ouders. “Hulp vragen mag normaal worden, zodat kinderen een andere toekomst krijgen dan hun ouders.”
Hoop voor de toekomst
Inmiddels is Anna gestopt bij de kliniek in Dordrecht en begonnen als manager bij een Huis van Hoop in Dordrecht. Hier worden cliënten gedurende een langere periode geholpen. Waar in de kliniek het accent ligt op behandeling en een kort verblijf, gaat het in een woonvorm veel meer over presentie: er zijn, samen optrekken en werken vanuit de relatie. “Je gunt mensen meer dan alleen de korte termijn. In deze woonvorm kunnen we meelopen in het leven dat iemand leidt en samen bouwen aan een nieuwe toekomst.”
Dat verlangen om mensen perspectief te bieden, typeert Anna’s verlangen. Ze gelooft dat hoop zichtbaar wordt wanneer je iemand helpt om opnieuw richting te vinden, hoe klein de stap ook lijkt. Haar missie blijft daarom hetzelfde: laten zien dat er altijd hoop is, in ieder leven en in iedere situatie.
De Hoop is er voor hulp en hoop. Al 50 jaar.