“Het allerleukste aan het werk vind ik het gezellige en fijne team. Collega’s maken een groot deel van je werk als je zoveel tijd met elkaar doorbrengt. We kunnen elkaar goed helpen en dingen van elkaar overnemen.” Aan het woord is Reineth van der Schee. Ze werkt op de afdeling ATL. Dat is de afdeling die verantwoordelijk is voor de coördinatie van aanmeldingen en de logistiek met betrekking tot toeleiding naar zorg. Een jaar geleden is ze bij De Hoop komen werken.
Reineth: “Dat juist De Hoop net even dat stapje extra doet en niet heel afgebakend te werk gaat. Dat hoort erbij voor veel collega’s.”
Samen openen
“Na mijn opleiding tot directiesecretaresse heb ik twaalf jaar in een commerciële omgeving gewerkt. Op het laatst voelde ik me als christen niet meer zo op mijn plek in mijn baan. Ik heb mijn baan opgezegd en ben bij een christelijke non-profitorganisatie op de Veluwe gaan werken. Dat beviel me heel erg goed. Toen ik drie jaar geleden naar de regio Dordrecht verhuisde ben ik gaan rondkijken naar christelijke organisaties in de regio. De Hoop sprong daar al snel bovenuit.”
Ze solliciteerde en werd aangenomen. Ze werkt drie dagen in de week, waarvan een dag vanuit huis. En wat ze dan zoal doet? “Bij ATL word je altijd ingedeeld per dagdeel. De dag begint met een dagopening met het team en een keer per week openen we de dag met de hele polikliniek. Daarna heb ik bijvoorbeeld eerst baliedienst. Je zorgt dat de koffie klaarstaat voor de cliënten die langskomen voor hun behandelgesprek, je zorgt ervoor dat ze aangemeld worden bij de juiste behandelaar en je zorgt ervoor dat ze door iemand worden opgehaald uit de wachtkamer. Dit gaat heel de dag door. Je plant ook nieuwe afspraken in.”
Uitdagende gesprekken
’s Middags heeft Reineth telefoondienst. Dat gaat allemaal digitaal vanaf de laptop, waardoor ze niet gebonden is aan een vast bureau. “Er komen echt allerlei soorten vragen binnen via de telefoon. Variërend van mensen die hun afspraken willen verzetten, mensen die aangeven dat ze wat later zijn door file, iemand die onder invloed van alcohol of drugs allerlei vragen probeert te stellen om te onderzoeken hoe hij hulp kan krijgen, of familieleden van naasten die verslaafd zijn en wanhopig zijn. Dat zijn vaak de lastigste gesprekken. Maar er zitten ook gesprekken tussen van mensen die heel blij zijn met de hulp die ze hebben gekregen, of mensen die gewoon even hun verhaal kwijt willen.”
Voor Reineth zijn alle vragen nieuw, want ze heeft geen zorgachtergrond. “Ik had van tevoren geen idee wat ik kon verwachten. De gesprekken die je voert zijn niet de meest makkelijke gesprekken. Ik spreek ook met mensen waar ik normaal gesproken omheen zou lopen. En die sta ik nu te woord. Het vraagt soms echt lef van mezelf. Bijvoorbeeld wanneer ik iemand spreek die suïcidale dingen zegt. Het vergt moed om daar niet van af te schrikken, maar rustig te blijven.”
Reineth: "Veel mensen weten niet waar ze moeten beginnen, welke stappen ze moeten nemen. Ik ben heel praktisch ingesteld, dus het geeft me voldoening dat ik hen hierin verder kan helpen.”
Het stapje extra
Reineth vindt het fijn dat ze iets kan betekenen in de praktische kant. “We zeggen ook vaak: ‘inhoudelijk kan ik niet met u meedenken, maar ik kan wel vertellen wat u moet doen om inhoudelijk de juiste hulp te krijgen’. Veel mensen weten niet waar ze moeten beginnen, welke stappen ze moeten nemen. Ik ben heel praktisch ingesteld, dus het geeft me voldoening dat ik hen hierin verder kan helpen.”
Dat doet ze soms ook tot buiten de muren van De Hoop. “Soms bellen mensen van ver weg, die geen polikliniek van De Hoop in de buurt hebben. Dan weet ik al dat ze niet bij ons in zorg komen. Maar dan sta ik iemand wel te woord. Ik probeer dan mee te zoeken naar ggz-organisaties in de regio van de beller. Dat zijn dingen die eigenlijk niet hoeven, maar die we wel doen. Ik denk dat dat heel erg past bij de organisatie. Dat juist De Hoop net even dat stapje extra doet en niet heel afgebakend te werk gaat. Dat hoort erbij voor veel collega’s.”
Christelijke identiteit
Reineth vindt het een grote meerwaarde dat ze haar geloof kan combineren met haar werk. “De meeste mensen zien hun collega’s vaker dan vrienden, of zelfs familie, dus het is heel belangrijk dat je op een lijn ligt met elkaar. Ik vind het fijn dat je je kwetsbare dingen kunt delen, je persoonlijke leven. Dat kun je natuurlijk ook prima doen met iemand die niet gelooft, maar het is ook heel fijn dat je hier met elkaar kunt bidden en ook op die manier met elkaar kunt meeleven.”