Door: Alex Begeman, Psychotherapeut en Klinisch Psycholoog in opleiding

Vanaf september 2020 wordt binnen de verslavingskliniek 4Life van De Hoop een behandellijn voorbereid voor cliënten met LVB-problematiek en verslaving. Binnen deze behandellijn wordt gebruik gemaakt van de methodiek volgens Helpers en Helden. De behandeling bestaat uit wekelijkse groeps-en individuele sessies Helpers en Helden, gecombineerd met diverse andere behandelmodules, milieutherapie (interventies Helpers en Helden in de behandelgroepen) en een aangepast dagprogramma. Omdat de behandeling voor cliënten met LVB-problematiek meer tijd vraagt dan cliënten zonder LVB, is de behandelduur langer dan de reguliere klinische verslavingsbehandeling bij de Hoop ggz, namelijk maximaal 91 dagen.

LVB-problematiek in de verslavingszorg

Bij ongeveer 35% van cliënten in de klinische verslavingszorg is er sprake van LVB-problematiek (van Dijk et al., 2016). De behandeling van LVB-problematiek wordt vaak bemoeilijkt, enerzijds door cognitieve en adaptieve beperkingen en tegelijkertijd door een hogere comorbiditeit met andere stoornissen, waaronder gedragsproblematiek (Smiley et al., 2007). Aanvullend is de comorbiditeit van persoonlijkheidspathologie bij LVB hoog; schattingen variëren van 22% tot 92%  (van den Hazel et al. 2009, Alexander et al., 2012, Alexander et al., 2010). Wanneer, naast LVB, ook sprake is van persoonlijkheidspathologie, komen emotionele problemen en probleemgedrag vaker voor dan bij cliënten met alleen LVB (Tenneij et al., 2011).

'Wanneer, naast LVB ook sprake is van persoonlijkheidspathologie, komen emotionele problemen en probleemgedrag vaker voor dan bij cliënten met alleen LVB.'

De behandeleffectiviteit bij cliënten met LVB en persoonlijkheidspathologie is lager en de behandelduur is langer (van den Hazel et al., 2009, Lidher et al., 2005), dan bij patiënten met alleen LVB. Aanvullend zijn behandelinterventies bij patiënten met LVB en persoonlijkheidspathologie minder effectief op emotionele- en gedragsproblemen, dan bij cliënten met alleen LVB (Tenneij et al., 2011, Hazel et al., 2009 ). Ook komt bij patiënten met een LVB en een persoonlijkheidsstoornis vaker een geschiedenis van seksueel misbruik, mishandeling en verwaarlozing voor, evenals geweldsdelicten/agressief gedrag en middelen en/of alcoholgebruik (van den Hazel et al., 2009).

Al met al vraagt de behandeling van cliënten met LVB een gespecialiseerde behandeling voor zowel verslavingsproblematiek als comorbide problematiek op het gebied van zowel gedrags- en persoonlijkheidsproblematiek als psychotrauma.

Helpers en Helden

Helpers en Helden is een behandelprogramma voor cliënten met LVB-problematiek en gedragsproblemen, welke in 2016 door De Rooyse Wissel en Trajectum tot stand is gekomen. Het behandelprogramma betreft een aanpassing op de schemagerichte therapie voor cliënten met LVB. Schemagerichte therapie kan niet worden uitgevoerd bij cliënten met LVB, omdat deze vorm van behandeling een beroep doet op het metacognitief vermogen. Dit vermogen is bij cliënten bij LVB meestal beperkt. Daarnaast worden concepten van reguliere schemagerichte therapie vaak lastig begrepen door cliënten met LVB.

'Schemagerichte therapie kan niet worden uitgevoerd bij cliënten met LVB, omdat deze vorm van behandeling een beroep doet op het metacognitief vermogen. Dit vermogen is bij cliënten bij LVB meestal beperkt.'

Binnen de methodiek van Helpers en Helden wordt, net als bij reguliere schematherapie, gewerkt met verschillende modi, ofwel kanten van cliënten. Helpers en Helden verwoorden de gezonde, zelfverzorgende kanten van de cliënt. Verschillende soorten problematiek, waaronder ook verslavingsproblematiek of agressie, manieren hoe cliënten zichzelf beschermen en onderliggende behoeftes, worden begrepen en behandeld vanuit de verschillende kanten van de cliënt. Dit behandelen vanuit verschillende kanten geeft ook vaak het voordeel dat de cliënt zich minder veroordeeld voelt: het gaat niet om hem als totale persoon, maar het betreft een bepaalde kant van de cliënt. De methodiek is goed toe te passen bij persoonlijkheidspathologie en beoogt ook het veranderen van persoonlijkheidspathologie.

Helpers en Helden bestaat uit een combinatie van individuele- en groepstherapie, gecombineerd met lichaamsgerichte therapie (PMT) en dramatherapie. Er wordt veelal gewerkt met pictogrammen en objecten om verschillende kanten en verhoudingen tussen verschillende kanten (de casusconceptualisatie) voor de cliënt in kaart te brengen en de functionele kanten van de cliënt, de Helpers en Helden, te versterken. Naast de individuele- en groepsprogramma-onderdelen kan de methodiek worden toegepast door groepswerkers. Als voorbeeld kan de-escalerend worden gewerkt doordat begeleiders cliënten spiegelen met verschillende kanten.

'Behandelen vanuit verschillende kanten geeft ook vaak het voordeel dat de cliënt zich minder veroordeeld voelt: het gaat niet om hem als totale persoon, maar het betreft een bepaalde kant van de cliënt.'

In- en exclusiecriteria klinische LVB/verslavingsbehandeling De Hoop ggz

Inclusiecriteria:

  • (Aanwijzingen voor) LVB-problematiek met verslaving, waarbij eerdere ambulante behandelingen onvoldoende succesvol waren en eventueel verzoek tot diagnostiek.
  • IQ > 65
  • Psychosociaal disfunctioneren (leefgebieden);
    – Mate van disfunctioneren op leefgebied verslaving: ernstig;
    – Mate van disfunctioneren op leefgebied psychisch functioneren: matig;
    – Mate van disfunctioneren op overige leefgebieden: matig;
  • Binnen de DSM- 5 criteria van de verstandelijke beperking is er binnen het conceptuele, sociale en praktische domein sprake van ‘lichte’ problematiek.
  • De cliënt heeft afstand nodig van het leefmilieu.
  • Klinische detoxificatie zonder klinisch vervolg is onvoldoende (gebleken);
  • Er is een indicatie voor een intramurale detoxificatie volgens de Richtlijn Detox
  • Complexe primaire afhankelijkheid aan één of meer middelen (en/of);
  • Complex bijkomend gedrag: pathologisch gokken, gameverslaving, seksverslaving, koopverslaving etc. en/of;

Relatieve exclusiecriteria (waarvoor overleg gewenst is):

  • Dosering methadon tussen 80–120 mg.
  • Autisme spectrumproblematiek (ASS);
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis

Absolute exclusiecriteria

  • Als een cliënt niet kan functioneren in een groep; denk daarbij ook aan aanhoudend grensoverschrijdend gedrag dat niet corrigeerbaar is. Bijv. agressieve, fysieke ontladingen of herhaald middelengebruik en/of dealen;
  • GHB-afhankelijkheid in de laatste 12 maanden;
  • Acute automutilatie;
  • Dosering methadon boven 120 mg.
  • Zedendelinquentie, met een actuele status;
  • Ernstige somatische problematiek, die deelname aan het weekprogramma verhinderd;
  • Langdurige intensieve behandelvoorgeschiedenis zonder succes. Dit tenzij aannemelijk gemaakt kan worden dat er sprake is van een sterk gewijzigde situatie, waardoor er een reële verwachting is voor succes;
  • Er zijn meerdere klinische trajecten geweest, waarbij er sprake was van voortijdige beëindiging van het traject, wegens gedragsproblemen van de cliënt op de afdeling;
  • BOPZ-maatregel tijdens opname;
  • Hoge dosering benzodiazepines of andere emotiedempende medicatie die de effecten van een psychologische behandeling te niet doen (en om een detox-opname vragen). In die situatie eerst een opname op detoxkliniek Crosspoint;
  • IQ< 65;
  • Het niet hebben van een veilige plek om te verblijven, na uitstroom van de klinische behandeling.
  • Er is voor cliënten met (vermoeden van) LVB-problematiek geen vervolgbehandeling en/of aansluitend verblijf georganiseerd.
  • Primaire complexe PTSS staat op de voorgrond;
  • Ontbrekende motivatie tot gedragsverandering;
  • Acute onttrekkingsverschijnselen. In die situatie eerst een opname op detoxkliniek Crosspoint.

Referenties

Alexander, R.T., Chester, V., Gray, N.S., Snowden, R.T., (2012). Patients with personality disorders and intellectual disability – closer to personality disorders or intellectual disability? A three-way comparison. The Journal of Forensic Psychiatry & Psychology. 23(4): 435-451

Alexander, R.T., Green, F.N., O’Mahony, B., Gunaratna, I.J., Gangadharan, S.K., Hoare, S. (2010). Personality disorders in offenders with intellectual disability: a comparison of clinical, forensic and outcome variables and implications for service provision. Journal of intellectual disability research. 54 (7): 650-658

Cooper, S., Smiley, E., Morrison, J., Williamson, A, Allan, L. (2007) Mental ill-health in adults with intellectual disabilities: prevalence and associated factors. The British journal of Psychiatry. 190(1): 27-35

Lidher, J., Martin, D.M., Jayaprakash, M.S., Roy, A. (2005). Personality disorders in people with learning disabilities: follow‐up of a community survey. Journal of intellectual disability research. 49(11): 845-851

Tenneij, N., Didden, R., Koot, H.M. (2011). Predicting Change in emotional and behavioral problems during inpatient treatment in clients with mild intellectual disability. Journal of applied research in intellectual disabilities. 24(2): 142-149

van Dijk, M., van der Nagel, J.E.L., Dijkstra, B.A.G., Didden, R., de Haan, H., a, de Jong, C.A.J. (2016) LVB bij mensen met een verslaving/ Uit: “Verslaving anders bekijken”

van den Hazel, T., Didden, R., Korzilius, H. (2009). Effects of personality disorder and other variables on professionals’ evaluation of treatment features in individuals with mild intellectual disabilities and severe behavior problems. Research in Developmental Disabilities. 30(3): 547-557