“Ik wist eigenlijk altijd wel dat ik ooit bij De Hoop wilde gaan werken, maar ik wist nog niet wanneer.” Aan het woord is Jeroen, hij is psychiater bij de polikliniek in Dordrecht. “Ik wist al heel lang dat De Hoop bestaat, maar ik wilde eerst een goed beeld vormen van de organisatie. Ik heb weleens een keer een dag meegelopen, en ik hoorde van een collega verhalen over De Hoop. Ook kwam ik regelmatig bij de congressen van het Kicg en daar heb ik zelf ook weleens gesproken. Ik was dus veel bezig met beeldvorming. Ik wachtte alleen nog op het juiste moment om bij De Hoop te gaan werken.” Maar toen kwam de coronacrisis. In eerste instantie wilde Jeroen die tijd nog even afwachten, maar na een jaar besloot hij de stap toch te zetten. “Ik vond het belangrijk om eerst voldoende ervaring op te doen in de seculiere zorg. Maar daar miste ik toch bepaalde dingen, waaronder diepgang”, aldus Jeroen. En zo kwam hij bij De Hoop.

Geloof

“Ik vind het geloof iets heel waardevols. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom ik bij De Hoop ben komen werken. Ik ben ervan overtuigd dat het geloof iets kan toevoegen aan het leven en de behandeling van cliënten als ze daarvoor openstaan. Het geloof speelt hier echt een rol. Dat je de vrijheid hebt om het laagdrempelig als thema voorbij te laten komen in gesprek met cliënten en het op een professionele manier in te zetten, dat vind ik erg mooi.”

“Ik ben ervan overtuigd dat het geloof iets kan toevoegen aan het leven en de behandeling van cliënten als ze daarvoor openstaan.”

Deskundigheid brengen

Van de kernwaarden van De Hoop springen geloof en deskundigheid er uit voor Jeroen. “Toen ik hier ging werken, had ik het idee dat ik kwam met als belangrijk doel om deskundigheid te brengen. Om te professionaliseren. Maar toen ik hier eenmaal werkte, besefte ik dat De Hoop zorginhoudelijk al behoorlijk professioneel ontwikkeld is. Natuurlijk, je kunt daar altijd verder in bijdragen, maar ik was verrast in hoe professioneel het behandelaanbod al was. Juist in het brengen van geloof vond ik een rol voor mezelf. Om op die manier te inspireren en iets bij te dragen. Ik had eerder gedacht dat ik dat zou moeten remmen.”

Dezelfde taal

Jeroen vindt het fijn dat ook de collega’s christen zijn. “Je spreekt dezelfde taal. Je weet van elkaar dat het geloof belangrijk is. Dat kun je delen en je kunt het gebruiken om elkaar te bemoedigen. Je deelt dezelfde normen en waarden. Anderen kunnen dat natuurlijk ook hebben, maar je merkt dat de sfeer er positief door beïnvloed wordt. Je kunt met elkaar dingen dragen door het geloof en je kunt elkaar aansterken en bemoedigen.” Concreet geven ze dat in het team van Jeroen vorm door elke dag te beginnen met een dagopening van tien minuten. “We vullen dat heel vrij in. We staan even stil voordat de drukke dag begint.” En op vrijdag nemen ze de tijd om tijdens de lunch met elkaar liederen te zingen onder begeleiding van de gitaar. “Dat gaat heel spontaan. Het is een manier om elkaar te vinden en een bezinningsmoment te hebben.”

Aanpoten

Werkinhoudelijk is Jeroen als psychiater vooral betrokken bij de behandellijn ADHD en stemmingsklachten. En tegelijkertijd is hij breed betrokken als specialist. “Mijn dagen zijn goed gevuld. Soms misschien iets te goed. Het is aanpoten. Ik denk dat ik gemiddeld zo’n acht cliënten per dag zie. Ik doe bijvoorbeeld medicatiebehandelingen, diagnostiek, maar ook psychiatrische psychotherapie en zo nu en dan intakes. Ik vind de variatie heel erg leuk. Je hebt te maken met heel veel verschillende psychiatrische problematiek. Het gaat bij mij niet altijd om de labels, maar vooral ook om de mens achter de labels. Ik wil vooral de mens zien en iemand helpen op de manier hoe hij of zij dat wil. Maar goede diagnostiek vind ik ook heel belangrijk. Ik wil niet zomaar wat ‘aanmodderen’. Ik vind het belangrijk dat je een duidelijk doel hebt met elkaar, gebaseerd op een evidence based behandeling.”

Gehoord voelen

“Ik merk dat als ik op een werkdag niet te veel heb vergaderd, maar juist veel cliënten heb gezien, ik mijn werkdag tevreden afsluit. Vooral als ik het gevoel heb dat iemand zich gehoord heeft gevoeld en ik tegelijkertijd evidence based behandeling heb kunnen toepassen en we samen verder komen. Dat je iets voor elkaar krijgt met elkaar. Dat je ziet dat iemand aan het opknappen is, soms zelfs na jaren. Dat is heel waardevol. Dat is ook een perspectief die ik mensen voor wil houden: ook al is het leven een worsteling, als je blijft knokken wordt het uiteindelijk beter. Je behandeling kan daarin een belangrijke hulp zijn. Ik wil ze ook meegeven dat ondanks eventuele diagnoses, ze als mens dingen kunnen bereiken in het leven als ze zich inzetten. Misschien niet wat iemand oorspronkelijk had bedacht, maar er kan wel degelijk sprake zijn van kwaliteit van leven en geluk.”

"Het gaat bij mij niet altijd om de labels, maar vooral ook om de mens achter de labels. Ik wil vooral de mens zien."

Geen pastoor

Volgens Jeroen kan het geloof een belangrijke rol spelen in de behandeling. “Bij de intake vragen we altijd of een cliënt gelooft. Dat is ook in de seculiere psychiatrie van belang. Soms vraag ik: ‘sta je ervoor open als ik er iets bij haal’? Je merkt ook wel snel aan een cliënt of hij ervoor openstaat of niet. Maar ik ben geen pastoor, maar een psychiater die behandelt. Die rol wil ik ook bewaken. Ik doe het alleen als het meerwaarde heeft vanuit het behandelingsperspectief.”

Gezellig contact met collega's

De polikliniek in Dordrecht is een kleine poli, maar wel een persoonlijke poli, geeft Jeroen aan. “Er zijn verschillende persoonlijke initiatieven. We hebben bijvoorbeeld een ‘sushi doet leve’-appgroep met collega’s die sushi lekker vinden. Soms gaan we dan met elkaar sushi eten. We organiseren weleens een borrel bij elkaar en we hebben een keer een pizza-avond gehad met improvisatietheater. In coronatijd stuurden we collega’s die positief testten op Covid een doos met brownies via de post. Er komen leuke en spontane acties voorbij. Het maakt het werk ook leuker.”

Hoge werkdruk

En dat is welkom, zeker in tijden van hoge werkdruk. “Ik merk dat de werkdruk op de polikliniek bij momenten heel hoog is. Dat is het afgelopen jaar bij mij wel wat verbeterd, maar het is ook iets wat aandacht verdient. Aan de andere kant: op het moment dat mijn werkdag voorbij is, is het ook echt voorbij. Dan ben ik weer bij mijn gezin. En daardoor is het voor mij goed in balans. Maar het is echt belangrijk om je eigen grenzen te bewaken.”