Hoe belangrijk is vriendschap als het niet goed met je gaat? Hoe is het om naast iemand te staan die psychische problemen heeft? Joukje, die last had van smetvrees en een angststoornis, vertelt met haar vriendin Renate hoe belangrijk hun vriendschap was in haar herstel.

Luister het interview terug (28 oktober, Brandstof, vanaf 1:48)

Vertrouwd

De vriendschap ontstond toen Renate naast Joukje kwam te zitten bij een kerstviering van hun kinderen. Er was meteen een klik. Toen Renate vroeg hoe het ging, vertelde Joukje meteen haar verhaal. Dit was bijzonder, want ze had het nog maar weinig mensen durven te vertellen. Bij Renate voelde het meteen vertrouwd. Renate stond er voor open alles te horen en moedigde Joukje aan alles te vertellen: “Ik merkte aan Joukje dat er heel veel in haar zat, waarvan ik het gevoel had dat het eruit moest. Vertel maar, het kan allemaal, gooi het er alsjeblieft allemaal uit wat er in je zit!”

"Vertel maar, het kan allemaal, gooi het er alsjeblieft allemaal uit wat er in je zit.”

Zonder oordeel

Ze besloten contact met elkaar te houden. Renate begon met een andere vriendin te gaan bidden voor en met Joukje. Ze brandden er ook een kaarsje bij. Symbolisch, omdat het licht erbij mocht. Het deed Joukje veel dat mensen zich zo voor haar inzetten, naar haar luisterden, en er voor haar waren zonder oordeel. Joukje: “Het was compleet nieuw voor mij dat ik er niets voor terug hoefde te doen. Ik kon alleen maar huilen. Alleen maar ontvangen. Ik mocht het allemaal delen en er kwam geen oordeel overheen. Ik ervaarde het als pure genade.”

Elkaar echt zien

Joukje vond het mooi dat Renate haar als persoon zag en niet als probleem. De vraag ‘hoe gaat het met je?’ was zo belangrijk in hun eerste contact. Joukje: “Renate zag meer dan de angststoornis, ze zag me los van het probleem, en dat zonder oordeel. Ze had echt de aandacht, ze zag me echt.” Ook Renate heeft van Joukje geleerd in hun vriendschap: “Ik vind haar openheid en eerlijkheid naar zichzelf toe mooi. En ook de drive om er iets van te maken en eruit te krabbelen bewonder ik in haar.”