Veel mensen voelen het in meer of mindere mate: de drang om te presteren. Op je werk, in de kerk, binnen het gezin of waar dan ook. Volgens psycholoog Paulien van Binsbergen-Bosselaar is er op zich niets mis met gedrevenheid. Ze legt uit: “Het kantelpunt zit ’m erin als iets niet lukt. Daalt je zelfvertrouwen? Verlies je dan je eigenwaarde? Dan loop je telkens weer tegen een probleem aan.”
Opvoeding
“We worden allemaal geboren met een bepaald karakter”, vervolgt Paulien. “De een is een vechter, de ander vindt iets al snel ‘prima’. Het gezin waarin je opgroeit, bepaalt hoe dit zich ontwikkelt. Ligt er druk op je om goede cijfers te halen of is je best doen genoeg? Ook buitenshuis leven we in onze jonge jaren volgens een bepaald stramien. Als scholier word je voortdurend getoetst en er is continu vergelijkingsmateriaal van medeleerlingen. Door diverse invloeden groeit soms een sterke drang om goed te presteren. Prestatiedrang is overigens iets anders dan prestatiedruk: drang komt van binnenuit, druk van buitenaf — van bijvoorbeeld ouders, school of vrienden.”
Gevolgen
De gevolgen van prestatiedrang of -druk kunnen groot zijn. “Wie dit voortdurend ervaart raakt op den duur uitgeput”, vertelt Paulien. “Iets is zelden goed genoeg.
''Het is belangrijk om te beseffen dat fouten maken oké is.''
Grenzen vervagen en je móét doorgaan. Zelfs als je doel bereikt is, voel je geen voldoening. Dit kan leiden tot klachten zoals somberheid, angst of slaapproblemen. Je piekert veel over wat er niet lukt in je leven. Sommige mensen verliezen zelfs hun zelfvertrouwen. Er kan ook een verslaving ontstaan, als manier om de pijn van afwijzing of teleurstelling te verdoven. Het is goed om hulp te zoeken als je deze symptomen herkent.”
Eigenwaarde
“Bij prestatiedruk denk ik aan een cliënt die opgroeide in een gezin waar weinig aandacht voor hem was. Hij deed extra hard zijn best op school, in de hoop: ‘Als ik thuiskom met goede cijfers, dan zijn mijn ouders hopelijk trots op me.’ Deze motivatie heeft hem veel gebracht, want op maatschappelijk vlak blinkt hij uit. Tegelijkertijd zoekt hij hulp, omdat hij zich ongelukkig voelt en zich afvraagt: Wie ben ik nu eigenlijk? Hoe prachtig is het dan om daar Gods gedachten tegenover te zetten uit bijvoorbeeld Jesaja 43:4: ‘Je bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en Ik heb je lief.’ Als mensen hebben we gefaald, we zijn zondaren. Maar tegelijkertijd zegt Hij in Romeinen 5:8: ‘Ik had jullie al lief toen jullie nog zondaars waren.’ Je mag falen want je identiteit en eigenwaarde liggen vast in Hem.”
Wil je prestatiedrang of -druk bij jezelf aanpakken? Paulien: “Vraag eens in je omgeving hoe jij van waarde bent. Vaak komen daar heel mooie antwoorden uit, die niets te maken hebben met je prestaties. Hiernaast is het belangrijk om te beseffen dat fouten maken oké is. Vaak hebben we veel compassie met anderen, maar zijn we streng voor onszelf. Erken je zwakte en zeg: ‘Ik heb mijn best gedaan, het is goed.’ Onze maatschappij is vluchtig, maar durf ook naar binnen te gaan in alle rust. Denk na over wat je leuk vindt en wat bij je past, maar sta ook stil met God. Dan kom je tot de dingen die blijvend zijn. Dat je geen dingen doet omdat de maatschappij dat zegt of je gekrenkte mens in jou denkt: ik moet veel doen, want dan heb ik waarde. Maar dat je leeft vanuit God. In Filippenzen 4 zegt Paulus: ‘Wees in niets bezorgd, maar laat uw verlangens bekend worden bij God.’ Je hebt een verantwoordelijkheid, maar Gods genade hangt niet van eigen inspanningen af.”
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Hoop Magazine, de derde editie van 2025.