'We trots op alles wat ze tot nu toe in haar strijd tegen haar verslaving heeft bereikt'
De ouders van Anne-Marie, Arie en Thérèse, ontdekken in 2008 dat hun dochter Anne-Marie verslaafd is aan medicijnen. Later blijkt ook dat ze blowt en cocaïne gebruikt. Anne-Marie wordt uiteindelijk opgenomen bij De Hoop.
“Eerst denk je het met elkaar op te lossen”, vertelt Arie. “Het is ook zo’n onbekende wereld”, vult Thérèse aan. Uiteindelijk dringt tot hen door hoe groot de problemen van Anne-Marie zijn. Arie noemt een heel scala aan emoties waarmee hij te kampen heeft: woede, verdriet, machteloosheid, schuldgevoel… Het ergste vindt hij dat hij zijn eigen dochter niet meer kan vertrouwen. Thérèse heeft vooral moeite met het feit dat Anne-Marie met haar problemen niet naar haar toe is gekomen. “Wat is er verkeerd gegaan? Ik heb zo mijn best gedaan om een goede moeder te zijn.”
De onderlinge verhoudingen in het gezin staan flink onder druk. De jongere zus van Anne-Marie is boos en vindt dat alle aandacht van haar ouders naar Anne-Marie gaat. Arie en Thérèse hebben onderling meningsverschillen over de manier waarop zij met Anne-Marie om moeten gaan. “Ik zou Anne-Marie het liefst weer thuis hebben gehad”, vertelt Thérèse. “Gelukkig zag ik in dat dat geen oplossing was, anders had de ruzie daarover ons huwelijk kunnen kosten.” Ook het feit dat ze hun verdriet op een verschillende manier verwerken is niet gemakkelijk. Arie: “Er over praten lucht me op.” Thérèse: “Ik verwerk het stukje bij beetje, in stilte. Steeds huilen heeft toch geen zin?”
Ze vragen zich vaak af of zeooit weer kunnen genieten. Hoewel zij lichtpuntjes zien in de behandeling van Anne-Marie, durven zij daaruit nog geen conclusies te trekken. Thérèse: “Toch zijn we trots op alles wat ze tot nu toe in haar strijd tegen haar verslaving heeft bereikt.”