8:15

Ik stap op de fiets naar ons kantoor.

8:30

Samen met collega’s houden we een dagstart. Een van ons leest uit de Bijbel. We delen dingen die spelen bij onszelf of cliënten. Daar bidden en danken we voor met elkaar.

9:00

Op bezoek. Met deze cliënt start ik samen de dag op voor hij naar zijn werk gaat. Met mijn bezoek in de ochtend kan hij structuur brengen in zijn dag en zijn huis opruimen. Dan gaat hij naar zijn werk. We fietsen samen een stukje op.

10:00

Terug op kantoor rapporteer ik mijn bezoek en regel ik dingen voor de cliënt die we vanmorgen hebben afgesproken.

11:00

Ik maak mij klaar voor mijn tweede bezoek. Bij deze cliënt ben ik wat langer. We praten veel. Er speelt ook veel, op allerlei vlakken. Naast iemand staan als maatje, een relatie opbouwen en vanuit daar helpen, dat vind ik mooi aan mijn werk.

12:15

Met de polikliniek heb ik kort overleg over deze cliënt.

12:30

Lunchtijd. Samen met collega’s eten vind ik het gezelligst. We lunchen op kantoor of gaan naar buiten om een stukje te lopen.

13:00

Naast de begeleiding thuis bieden we ook een aantal opvangplekken voor mensen die dakloos zijn of dreigen te worden. Met collega’s heb ik overleg over de nieuwe intakes. Wie kunnen we plaatsen? Wat kunnen we betekenen in het leven van deze mensen?

14:00

Ik bel aan. Een moeder woont met haar vier kinderen op een zolder. Ik tref een schrijnende situatie aan. Vijf matrassen liggen op een rij op de grond. Waar kan ik helpen?

15:15

Als de nodige dingen in gang zijn gezet voor het gezin stap ik bij mijn collega in de auto. De volgende cliënt bezoeken we altijd samen.

16:15

Terug op kantoor handel ik de laatste to do’s af. Eén cliënt bel ik altijd even einde van de middag om vinger aan de pols te houden. Ze heeft het zwaar.

16:45

Nog even naar buiten. Met een cliënt die bij ons woont loop ik een kort rondje. Haar zoontje zit in de buggy. Hoe gaat het met haar? Heeft de advocaat al nieuws?

17:00

Na een dag vol persoonlijke verhalen en situaties is het tijd om naar huis te gaan.