8:00
Ik fiets naar mijn werk terwijl ik mediteer en me voorbereid op een nieuwe dag in het Inloophuis.
8:30
Bij binnenkomst check ik de brievenbus, zet ik de verwarming hoger en doe de ventilator aan. Ook haal ik brood uit de vriezer, voor de lunchpakketjes. Hierna check ik mijn mail en doe ik ander kantoorwerk.
9:00
De vrijwilligers druppelen binnen en starten hun werkzaamheden. In de keuken wordt druk overlegd over wat er wordt gekookt: dit hangt af van het voedsel dat we van een boer uit de buurt krijgen.
9:45
Koffie! We praten over ons weekend en bespreken of er nog contact geweest is met gasten uit het Inloophuis. We openen de dag met een Bijbeltekst, praten daarover en bidden.
10:30
De deur gaat open en gasten zijn welkom! We ontvangen ze met koffie/thee en een koekje, maken een praatje of doen een spelletje.
12:00
Er zijn nu zo’n 20-25 gasten binnen. Een vrijwilliger houdt een meditatie, bidt en laat een lied horen. Iedereen mag meezingen! Hierna krijgen de gasten soep, een hoofdmaal en een toetje. We zien dat ze genieten. Aan elke tafel zit een vrijwilliger en er wordt gezellig gekletst. Tijdens de maaltijd krijgen we de vraag of we iets kunnen doen voor een gast die sinds kort dakloos is. Ik praat met hem, maar het is moeilijk om de situatie waarin hij zit, helder te krijgen. Zijn situatie lijkt wel dermate ernstig, dat ik besluit na de maaltijd actie te ondernemen.
13:00
Telefonisch win ik informatie in over wat ik het beste kan doen voor deze gast. Ik besluit om samen zijn huisarts te bellen voor een doorverwijzing. De dokter belooft hem te bezoeken.
14:00
De gast is rustiger geworden en krijgt eten mee voor de komende dagen.
15:00
Sluitingstijd. We maken schoon en ruimen op.
15:30
Met het team praten we na over de gasten en de dag. We constateren dat er weer meer gasten van de straat komen, die in coronatijd niet kwamen. We danken God voor wat Hij gegeven heeft en bidden of het Woord dat gezaaid is, in de harten van gasten mag ontkiemen.
16:15
Ik rond mijn kantoorwerk af.
16:45
Het was een leerzame dag. Al fietsend terug naar huis dank ik God voor zijn trouw.